Voor een koloniale woonstijl moet er terug worden gegaan naar de 16^e eeuw. In deze eeuw werden de eerste overzeese koloniën opgericht, waarbij er tegelijkertijd een nieuwe woonstijl werd geïntroduceerd. Deze woonstijl kenmerkt zich door grove, zware meubels.

Deze meubels zijn eenvoudig, praktisch en worden gemaakt van donker hout. Het donkere hout dat vaak gebruikt wordt voor deze woonstijl is ‘teakhout’. Het originele teakhout komt uit Zuidoost Azië. Teak kan erg verschillen in afkomst, kleur, gewicht en hardheid. Vanwege de hoge kwaliteit wordt het hout gebruikt voor woningen, scheepsbouw en (tuin-) meubels. Over het algemeen zijn alle teaksoorten goed bestand tegen de wind en regen. Echter blijkt het teakhout uit Java kwalitatief het beste te zijn. Wanneer men er niet voor kiest gebruik te maken van teakhout, kunnen ook andere houtsoorten zoals dennen, berken, esdoorn, walnoot of kersen worden aangewend.

Naast donker houten meubels zijn de kleuren die er gebruikt worden voor de rest van de inrichting ook erg belangrijk. Doorgaans worden er veel bruintinten gebruikt en worden de muren meestal roodbruin, crème of donkergrijs gemaakt. Andere kleuren die bij deze stijl nog weleens naar voren komen zijn groen, geel en zachtblauw.

De decoratie van een koloniale woning is altijd rustig; van primitieve volkskunst tot beeldjes uit natuursteen, maar ook verschillende soorten houtsnijwerken tot boeddhistische en Hindoeïstische beelden.